Over ons
Schilderen als houvast
Toen Mano op zijn 22e psychotisch werd, gaven de stemmen in zijn hoofd de opdracht om te gaan schilderen. Hij liep een winkel in, kocht een doek en een doos olieverf en begon gewoon. 32 jaar later schildert hij nog steeds. Zijn begeleider Norma is trots op de stappen die Mano de afgelopen jaren zette. Ze vindt dat iedereen zijn prachtige werk moet leren kennen. En dat vindt hij zelf inmiddels ook.
Wat brengt het schilderen je?
Mano: ‘Vreugde, schoonheid, maar ook onzekerheid. Zeker in het begin maakte ik dingen die ikzelf niet begreep. Ik zag bijvoorbeeld overal gezichten in en dat kwam heel erg bij me binnen. Ik werd gedreven door het schilderen, het veranderde mijn leven en is mijn houvast. Het heeft me door de psychose heen geholpen en gebracht waar ik ben. Het is in mijn leven het eerste wat ik leuk vind om te doen. Mijn vader overleed toen ik elf was en daarna ging het leren niet meer. Maar dit kan ik gelukkig wel. Ik schilder nu anders dan in het begin. Een vriend van me maakte een boek met foto’s van mijn schilderijen, daarin zie je mijn ontwikkeling door de jaren heen.’
Wat doe je met je werk?
‘Ik geef ze graag weg. Ik zou het natuurlijk ook leuk vinden om te verkopen. Als het aan mij ligt maak ik elke dag een doek, maar ik heb geen plek meer om ze op te hangen. Ik teken ook veel. Ik heb alle materialen geprobeerd, van airbrush tot houtskool. Dan zet ik muziek aan en geniet van het moment.’
Welk schilderij is je dierbaar?
‘Ik bestudeer mijn schilderijen altijd heel goed en in deze (het schilderij dat Mano vasthoudt) zie ik veel interessants: gezichten, een hond en de duivel. Ik vind het wel grappig hoe mijn fantasie alle kanten opgaat. Ik word soms ook vrolijk van mijn werk, al zeggen kleuren me niet zoveel. Ik schilder in kleur, in betere tijden én in depressie.’
Norma, hoe ervaar jij de begeleiding van Mano?
Norma tegen Mano: ‘Sinds ik je begeleid, heb je fantastisch veel vooruitgang geboekt. Je leerde mij te vertrouwen en te kijken naar de positieve dingen in je leven. We werken met een rood en een zwart boekje, voor de positieve en negatieve dingen. Het meeste is negatief, maar als we terugkijken op de week, komen er toch heel veel mooie dingen in je rode boekje te staan. Je gaat bijvoorbeeld nu zelf met de taxi naar het atelier. Je hebt een wasmachine en droger aangeschaft, zodat je moeder niet meer je was hoeft te doen. Het geluid ervan veroorzaakt wel angst bij je, maar je hebt toch doorgezet. En als ik er niet ben, vertrouw je andere begeleiders. Je sport al zes weken. Je let ook op gezonde voeding zodat je geen medicatie meer nodig hebt voor je diabetes. Je netwerk wordt ook steeds groter, je mocht getuige zijn bij een samenlevingscontract, je bent elke vrijdag bij kennissen, mensen komen hier, je biedt veel voor andere mensen. Je bent ook zelfverzekerder. Het is een heel groot verschil met 2,5 jaar geleden. Je kunt tegen jezelf zeggen: ik ben trots op mijzelf.‘
Voorzichtige glimlach en knik van Mano: ‘Ik heb een aantal keer geëxposeerd, zoals in Ruigoord, dat was gigantisch leuk. Ik heb toen zelfs een werk verkocht, dus ik had mijn onkosten eruit. Ik geloof alleen vaak zelf niet dat mijn werk goed is.’
Norma: ‘We hebben geprobeerd contacten te leggen om te exposeren, maar dan merk je ook dat elke verandering angst met zich meebrengt, dus dan doen we het nog niet. We doen het in kleine stapjes. Nu heeft hij zelf via zijn netwerk geregeld dat hij exposeert in de kerk. Ik vind het fantastisch!’
Wat betekent Norma voor je?
Mano: ‘Veel! Ze helpt me heel goed door te praten en dingen aan te reiken, vertrouwen te geven. Dat zorgt dat ik zekerder ben van mezelf en meer loskom van mijn moeder. Als er iets is kan ik Norma altijd bellen. Ik schrijf dingen op die ik dan later
met Norma doorneem. In de periode dat het minder goed ging, kwam ze twee keer per week, nu eens per week. Voor mijn verjaardag gingen Norma en ik naar het Museum van de Geest in Haarlem.’
Norma, wat wil je je collega’s meegeven?
‘Hoe krachtig de mensen zijn die wij begeleiden en dat wij mee moeten gaan met hun dromen. Ook als de droom volgens ons inzicht niet haalbaar is; het gaat om het ondersteunen van de ander bij het najagen van zijn droom. Ik ben ervan overtuigd dat Mano in de toekomst zijn schilderijen kan verkopen. Hij heeft zijn eigen stijl en daar is vast een publiek voor. Ik wil hem vanuit die overtuiging helpen en ga dan soms te snel, met bijvoorbeeld een website om zijn werk mee te verkopen. Als het aan mij lag, was die er al, maar ik moet in zijn tempo meegaan. Tegelijkertijd: als je ziet waar hij nu al is met zijn boek, visitekaartjes, atelier, materialen, de exposities, dan is dat tempo eigenlijk best hoog.'