Over ons
Van gepeste stagiair tot eindbaas van het magazijn
Toen Rudolph van Harn twaalf jaar was, overleed zijn moeder. Hij voelde en gedroeg zich ‘anders’, wat thuis en op school tot problemen leidde. Het ging van kwaad tot erger tot het voor hem allemaal niet meer hoefde. Dankzij een klein zetje van Leviaan en een grote kans bij woningcorporatie De Woonschakel lacht het leven Rudolph inmiddels toe.
Rudolph: ‘Het was mijn droom om automonteur te worden. Helaas verliepen mijn stages niet goed. Toen op mijn achttiende autisme bij me was vastgesteld, liet mijn stagebedrijf mij vallen. Als ik een vraag stelde, wilde niemand me helpen. Ook thuis werd ik zo gekleineerd dat het voor mij niet meer hoefde. Aan mijn grootouders vertelde ik wat ik van plan was. Ik woonde vervolgens anderhalf jaar bij hun en had jarenlang geen contact met mijn vader.
Na een aantal depressieve en werkloze jaren konden mijn vrouw en ik in 2016 samen begeleid worden bij Leviaan. Sindsdien is zoveel ten goede veranderd: het contact met mijn vader ging beter, ik kon mijn broertje daardoor ook weer zien. In 2017 wilde ik weer aan het werk. Met mijn jobcoach Trudie van Putten ging ik naar het UWV voor een werkfittraject.’
Wat was je plan?
‘In een magazijn werken sprak me altijd aan. Toen ik werkfit gemaakt was, was ik er helemaal klaar voor. Op advies van Trudie zette ik mijn CV op verschillende banenwebsites, waaronder werk.nl. Al snel werd ik uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek bij De Woonschakel omdat ze op zoek waren naar een magazijnmedewerker met een arbeidsachterstand. Trudie was op vakantie en toen ze terugkwam had ik het eerste gesprek met Peter Boots al gehad!’
Peter Boots: ‘Als afdelingshoofd onderhoud ben ik verantwoordelijk voor het materiaal dat nodig is voor het onderhoud van 6.000 woningen. De magazijnen zaten op drie locaties en de vaklieden pakten wat ze nodig hadden. Dat moesten ze wel scannen, maar het was een ‘open boekhouding’, we wisten nooit waar de spullen lagen. Daar moest structuur in komen, want het gaat om grote bedragen. Ik voegde twee magazijnen samen, met een medewerker die alles registreert wat in- en uitgaat. Rudolph was de juiste man op de juiste plek, hij had er zin in en had wat computervaardigheden. Het leuke was dat het een open opdracht was, hij kon meedenken over de juiste werkwijze.’
Rudolph: ‘Het was superspannend, deze kans mocht ik niet laten schieten!’
Peter: ‘Ik wilde dat hij meteen begon, het was een puinhoop met die verhuizing. Gewoon maar beginnen was de beste manier om productkennis op te bouwen. Hij kreeg alles in zijn handen en hij kwam in contact met de jongens. Ook dacht hij mee over de inrichting waardoor hij nu alles weet te vinden.’
Hoe gaan de onderhoudsmonteurs om met Rudolph?
Peter: ‘Veel mannen komen uit de bouw, daar hoort een sfeertje bij van wat bravoure. Bovendien waren die jongens veel vrijheid gewend, ze mochten voorheen alles pakken en nu kregen ze te maken met een magazijnmedewerker die eerst moet registreren. We hebben met die mannen de Harrie-training gedaan om ze te leren om te gaan met iemand met autisme of een andere beperking. We voerden er gesprekken over waardoor er begrip is voor elkaar. En natuurlijk proberen die jongens soms toch wat, maar Rudolph staat zijn mannetje!’
Rudolph: ‘Het is mijn toko, mijn verantwoordelijkheid. Ik wil dat het goed gaat. En met míj gaat het ook goed! Ik doe eindelijk mee in de maatschappij en word gewaardeerd. Ik heb collega’s die normaal doen. Hoewel... soms is het net een kleuterklas, hahaha!’